zondag 16 februari 2014

Tasmanië

Onze dagen op Tasmanië zitten er helaas alweer bijna op, het is echt omgevlogen. We hebben net de camper teruggebracht en morgen vliegen we terug naar Melbourne. We zijn hier helaas geen internetcafe's tegengekomen, dus we hebben nog steeds geen foto's kunnen uploaden. Op het vasteland kijken we weer verder.
Maar Tasmanië was echt fantastisch!! Het is hier zo ontzettend mooi, je rijdt letterlijk van het ene national park in het andere en evengoed zijn ze allemaal weer heel verschillend. Ik weet bijna niet waar ik moet beginnen, we hebben het hier zo leuk gehad.

Allereerst maar de camper, wat een super bak was dat! We hadden een iets luxere versie dan we straks op het vasteland zullen hebben, aangezien ze hier niet de hippie camper verhuurden, en dat was hier toch wel erg aangenaam! We konden ruim zitten binnen en ook binnen koken (straks moet dat achterin met de achterklep open), wat gezien het weer toch wel erg fijn was. We hebben het over het algemeen goed getroffen, met prima wandel-weer en regelmatig zon, maar het kon ook aardig tekeergaan met flinke wind en regen. Ook was het vaak vrij fris, dus waren we blij dat we lekker binnen konden zitten. Het eerste linksrijdende ritje vanaf het verhuurbedrijf in Hobart was toch wel even wennen, waardoor we beide met klotsende okseltjes aankwamen bij onze eerste stop. Toch was Marco er vrij snel aan gewend en reden we steeds relaxter door alle scherpe haarspeldbochten, waarbij regelmatig kastjes, laadjes of de koelkast open klapten (vergeten dicht te klikken) en het servies alle kanten op rammelden. Onze eerste stop, Mount field national park, arriveerden we in zulk noodweer dat de camping bij het park geëvacueerd moest worden, waardoor we gratis mochten kamperen op het grasveldje naast de camping. Het veldje lag echt bezaaid met keutels, zonder dieren te bekennen, dus we vroegen ons toch wel af waar die vandaan kwamen. Maar daar kwamen we 's avonds wel achterkwamen, toen we met zaklamp naar het toiletgebouw liepen; overal keken nieuwsgierige wallabies ons aan, zo gaaf! De volgende dag was het gelukkig een stuk beter weer en konden we het park in. Het is echt een prachtig park, met alle dichte begroeiing, gigantische bomen en vochtige klimaat, echt een soort regenwoud. 

De zuidkant van het Cradle Mountain national park, waar we heen zijn gereden na deze wandeling, was daarentegen juist erg droog en compleet verschillend wat betreft de planten en bomen die er groeiden. We kampeerden dit keer wel gewoon op de camping, met een prachtig uitzicht op Lake St. Clair. Hierdoor helaas wel veeeeeel meer insecten, waardoor ik soms echt de camper in vluchtte omdat er gewoon tientallen enorme steekvliegen om je hoofd heen zoefden. Er werd hier ook aangegeven dat je ,vanwege de warmte, goed moest uitkijken voor tiger snakes (een redelijk grote zwarte slang met dodelijk gif), fijn.. Maar de kans dat je ze tegen zou komen was nou ook weer niet zo groot, gewoon goed uitkijken waar je loopt. Het eerste deel van onze wandeltocht liepen we over een vrij breed pad en waren we die slangen allang weer vergeten. Later, toen we een andere route namen over een smal pad tussen de begroeiing door, glibberde er op nog geen 2 meter afstand een pikzwarte slang over het pad! Marco liep voorop en pakte direct de camera, maar hij was helaas (voor Marco) te snel weg om 'm vast te leggen. Ik sprong vervolgens bij elk geritsel dat we hoorde het liefst op Marco's rug en was zo geshockeerd dat we maar terug zijn gegaan.. 

Na de zuidkant van het park te hebben gezien, waren we toch wel erg benieuwd naar de noordkant van het park, aangezien je daar de berg zelf kunt bewonderen en dus zochten we daar een camping. We hadden echt een prachtige plek en toen we buiten zaten kwamen er plotseling overal wallabies tevoorschijn. Ze waren ook totaal niet schuw en kwamen zo dichtbij dat we ze hadden kunnen aanraken, zo leuk! Die avond hadden we een Creatures of the night tour geboekt en gingen we met gids in een met spotlights uitgeruste bus op pad. We zagen weer gigantisch veel wallabies, maar ook wombats (een soort knuffelbeer met koala-achtig hoofd) en possums (die lijken een beetje op een wasbeer). Ook bezochten we een opvang voor Tasmaanse duivels. De kans dat je deze in het wild tegenkomt is namelijk heel klein. We kregen van alles over de duivels te horen, mochten er eentje aaien en we waren erbij de ze gevoerd werden. Vooral tijdens het voeren lieten ze goed van zich horen, echt een geluid wat je gewoon niet kan omschrijven zo hard en vreemd, waar ze hun naam aan de danken hebben. Het was echt een top avond en ook de dag erna in het park hebben we genoten. De natuur is aan de noordkant echt schitterend en we hebben er een hele mooie wandeling gemaakt. 

Onze volgende stop waren de grotten in Mole Creek. Echt zo sprookjes-achtig mooi, heb nog nooit zulke mooien grotten gezien! Er waren ook glowworms, echt heel gaaf. Daarna zijn we verder gereden naar de Westkust, naar het Freycinet national park, waar we een vrij heftige wandeling hebben gemaakt naar Wineglass Bay (de naam zegt het al, een bolvormige baai). We moesten eerst een flink stuk omhoog richting het uitkijkpunt over de baai, maar we wilden uiteraard ook het strand zelf op, dus moesten we een lang pad omlaag af van stenen en rotsen (die we daarna helaas ook weer terug omhoog moesten), maar het was het absoluut waard. Echt een prachtig wit zandstrand en super helder water! Beiden had ik nog nooit gezien, dus voor mij vrij spectaculair:)! 
De laatste stop was in Port Arthur, een voormalig Britse strafkolonie waar vanaf 1830 Britse gevangenen heen werden gebracht, om toch een stukje geschiedenis van Tasmanië mee te krijgen;)!

Helaas zit het er dus alweer bijna op hier in Tasmanië en we missen ons campertje nu al! Nu genieten van de luxe van een hotelkamer en dan begint ons volgende avontuur in Australie:)!!

Liefs van ons 

1 opmerking:

  1. Wat een fantastisch verhaal om te lezen! Die slangen zijn ook bij ons niet favoriet. Veel plezier met de rest van de reis en vooral ook met jullie nieuwe camper. Heeft ook weer zijn charmes. Onder de achterklep koken.
    Groeten van Ben, Anna Marie en de kinderen.

    BeantwoordenVerwijderen